dinsdag 10 februari 2009

Kaas met uitjes

Er gebeuren rare onderzoekingen.
Jonge wetenschappers doctoreren op de allerraarste onderwerpen.
Recent publiceerde New Scientist de resultaten van een onderzoek door een Zwitserse wetenschapper over het verschil in de geur van okselzweet bij mannen en vrouwen.
Ge moet toch wel echt veel goesting hebben om u daar mee bezig te houden.
Die Zwitser heeft daarvoor stalen genomen bij 24 mannen en 25 vrouwen die hij zich eerst liet kapotzweten op een hometrainer of liet klaarstomen in een sauna.
In het okselzweet van de vrouwen vond hij 10 keer zoveel van een reukloze zwavelverbinding dan bij de mannen. Die reukloze zwavelverbinding wordt door de bacteriën die welig tieren in ons okselhaar, omgezet in een niet zo lekker riekend thiol met ajuinengeur.

Het fameuze thiol

Vrouwenzweet stinkt dus veel meer naar ajuinen dan mannenzweet.
Maar opgepast en niet te vroeg gelachen!
In het okselzweet van de mannen vond hij veel meer van een reukloos vetzuur dan bij de vrouwen.

Hexaanzuur één van de mogelijke vetzuren

En dat vetzuur wordt ook niet gerust gelaten door de plaatselijke bacterietjes: ze zetten het om in een ook niet zo frisse kaasgeur.

Natriumglutamaat één van de kaasgeur moleculen.

Okselruikers van dienst vonden de kaasgeur alles bijeen toch minder onaangenaam dan de ajuinengeur. Maar ik heb het al gezegd en ik herhaal het nog maar eens: de gustibus et coloribus non est dispotandum.
Wat gaan ze daar nu mee doen?
Wat dacht je? Deodorants maken natuurlijk. Mannen-deodorants die de reukloze vetzuurmoleculen neutraliseren. Vrouwen-deodorants die de reukloze zwavelverbinding neutraliseren. Of unisex-deodorants die de okselbacteriën een kopje kleiner maken.

Mannenvolk: ik hoop dat jullie vrouwtjes van Camenbert houden en dat jullie zelf wel een zilveruitje lusten. Zoniet!?

Of hebben jullie soms zweetvoeten?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten